De kranten, sociale media en talkshows zijn gevuld door mensen die heel veel ‘zeker weten’. Ik merk dat ik me steeds meer terugtrek uit die eindeloze stroom van meningen die ze op tafel gooien, met een stelligheid die ik niet zo goed kan begrijpen. Ik ga dan een boek lezen, muziek luisteren of wandelen in de natuur.
Maar ik ben te betrokken om dat lang vol te houden. Ik voel me verantwoordelijk voor de toekomst en de samenleving waarin ik leef en die me zoveel kansen heeft geboden. Ik zou dus graag wat willen bijdragen aan de verbinding tussen de steeds verder polariserende samenleving.
Ik leerde veel van de uitspraak: “Don’t judge someone until you’ve walked a mile in their shoes.” Uit een van de eerste persoonlijkheidstesten die ik mocht ondergaan, kwam duidelijk naar boven dat ik nogal ‘judgemental’ was: een snelle denker met sterke opvattingen over goed en fout. En het heeft me jarenlange training gekost om deze gewoonte grotendeels af te leren. Ik ben tegenwoordig veel meer een ‘waarnemer’. Want als we ‘(ver)oordelend’ zijn over anderen dan oordelen we heel vaak iemand op zijn zichtbare gedrag, wat hun woorden zeggen of wat anderen over hen vertellen. Maar er is zoveel dat we niet aan de buitenkant kunnen zien.
Alles komt neer op oprechte interesse in de ander.
Waar komt hij of zij vandaan, wat heeft ie meegekregen, wat is er verloren gegaan. Hoe komt hij hier? Waar gaat zij heen? Zelfs als iemand een ogenschijnlijk en in mijn ogen verwerpelijke mening verkondigt, zou ik dan nog willen weten wie de persoon is die dit zegt?
Van Daan Rovers leerde ik het verschil tussen een mening en een standpunt. Een mening, een opinie is ‘wat je ergens van vindt’. Het is een oordeel over een situatie of een mens.
Een standpunt betekent ‘een beschouwingswijze’ of ‘gezichtspunt’. Letterlijk: het punt waar je staat en van waaruit jij de situatie beschouwt. En aangezien we geen ogen in ons achterhoofd hebben, is het meteen voorstelbaar dat ik vanuit mijn standpunt iets anders beschouw dan degene die tegenover me staat.
Een mening is een conclusie; een standpunt is een perspectief. Ik heb sindsdien mezelf steeds de vraag gesteld vanuit welk perspectief ik een kwestie beschouw. En of er schoenen zijn waar ik graag een mijl in zou willen lopen om iets anders te ontdekken.
Ik roep daarom iedereen op om met liefde en mildheid schoenen op te zoeken van iemand wiens standpunt (of mening) je geheel niet begrijpt of deelt. Leg verbinding, stel de vragen en ontdek hoe veel je kunt delen en begrijpen als je bereid bent van standpunt te veranderen.
De som van veel kleine verbindingen kan weer bijdragen aan een hechte samenleving.
‘Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw. De hemel en de aarde.’ Zo stond ik als vierjarige in mijn mooiste jurkje samen met mijn oudere zus te zingen in de Pauluskerk in Baarn. Vol overtuiging: mij was voorgelezen en geleerd dat wie in God gelooft, op Hem vertrouwt en Hem liefheeft een gelukkige toekomst voor zich heeft. Geloof, Hoop en Liefde als christelijke deugden. Later leerde ik dat ook in andere religies Hoop een belangrijk thema is. Hoop doet leven.
Hoop is de verwachting dat een onzekere uitkomst gunstig zal blijken te zijn. Een verwachting is vaak een projectie: we verwachten van iets, iemand of een systeem dat een gunstige uitkomst wordt bereikt. ‘Ik hoop dat in 2022 de pandemie onder controle komt’, las ik in de krant. Deze hoop is eigenlijk een verwachting dat de wetenschap, de wereldleiders en de gemeenschap van mensen met elkaar precies weten wat te doen om de onzekere ontwikkeling van Covid-19 onder controle te krijgen. Verwachtingen komen niet altijd uit, met teleurstelling tot gevolg: boosheid op de leiders die weer hun belofte van ‘licht aan het eind van de tunnel’ niet waarmaken. Deze boosheid zien we alom.
Stil zijn en wachten bleken naarmate ik ouder werd niet echt voor mij weggelegd. Want leg je dan niet je lot volledig buiten jezelf? Neem je dan wel verantwoordelijkheid voor je toekomst en die van de mensen om je heen, de aarde? Is de toekomst niet een combinatie van wat je kiest en doet en wat je overkomt?
En zo veranderde voor mij hoop van een passieve verwachting naar een actieve vorm van verlangen, waarbij ik streef naar een gewenste uitkomst door er persoonlijk alles aan te doen om die uitkomst mogelijk te maken. Een verlangen is meer iets persoonlijks. Waar verlang ik dan precies naar als ik de zin ‘ik hoop dat…’ gebruik?
De missie van Deltares als onafhankelijk kennisinstituut voor toegepast onderzoek op het gebied van water en ondergrond, is een missie van hoop: ‘Enabling Delta Life’. Leven in gebieden die onder invloed staan van de watersystemen mogelijk blijven maken. Leren omgaan met de veranderingen die klimaatverandering met zich meebrengt. Hoop bieden voor de mensen die er al wonen en kinderen en kleinkinderen hebben. Hoop en vertrouwen bieden aan investeerders die aan klimaatadaptatie en biodiversiteitsherstel willen werken. Niet ‘stil maar, wacht maar’, maar ‘van ons laten horen en bieden van handelingsperspectief’.
Ik geloof in de kracht van Hoop: als activerende energie. Ik las het boek ‘Hoop’ van Joris Luyendijk waarin hij verhalen verzamelde van wetenschappers, kunstenaars en ondernemers over wat hen hoop geeft. Cynisme maakt dat mensen niets meer geloven, waardoor je ze van alles kunt wijsmaken. Daarom ging Luyendijk op zoek naar het tegenovergestelde: hoop. En ik werd blij van de vele verhalen.
Zullen we opnieuw verhalen verzamelen samen? 2022 als het jaar van de verhalen van hoop.
Maandag 21 oktober kregen wij bezoek van zes nieuwe bewoners in onze gemeente: twee vrouwen die afkomstig zijn uit Syrië, een echtpaar uit Eritrea en een moeder met dochter uit Somalië. Samen met Ingrid en Helma van Stichting Krimpenerwaard Intercultureel. Ik had ze uitgenodigd om met hen te praten over milieu, duurzaamheid en klimaat. Een onderwerp dat mij nogal bezig houdt in mijn werk.Ik heb inmiddels bijna 30 jaar gewerkt in heel veel verschillende organisaties, met veel verschillende rollen aan heel veel verschillende onderwerpen. Maar altijd ging het over de draagkracht van onze aarde. Hoe we om moeten gaan met de vervuiling die we veroorzaken, hoe we de natuur kunnen beschermen tegen verdere terugdringing en achteruitgang. Hoe we het waterbeheer goed kunnen regelen, wat de gevolgen zijn van klimaatverandering en hoe we deze klimaatverandering zo veel mogelijk kunnen afremmen. In één van mijn functies, als lid van de Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur, adviseer ik samen met de andere raadsleden over deze onderwerpen. We raadplegen daarbij altijd de buitenwereld in expertsessies. Maar steeds vaker adviseren we de regering om in haar beleid de dialoog met ‘de burger’ te voeren. Omdat we merken dat onze adviezen niet altijd landen in de samenleving, we onvoldoende begrijpen wat mensen wél en niet bereid zijn te doen, en vooral waarom. We zijn de verbinding met de samenleving een beetje kwijt geraakt. Daarom hebben we een adviestraject gestart onder de naam: ‘verbindend verduurzamen’. Het was een hele mooie en leerzame avond.
Klimaat
Eerst spraken we over het klimaat. Heel letterlijk eigenlijk. We deelden met elkaar hoe het klimaat in Eritrea binnen 2-3 uur rijden drie verschillende seizoenen kan laten zien: winter (hoog in de bergen), lente in de vruchtbare dalen en zomer in de hete, laag liggende vlakte. En over de hitte in de Syrië in de zomer, en dat alle huizen van airco zijn voorzien. Op mijn vraag of de veranderingen in het klimaat ook in hun thuisland al wordt gevoeld vertelde men over de opa’s en oma’s die zich zorgen maakten over de snelle veranderingen en de meer extreme zomers en winters. Omdat een deel van Eritrea onder de zeespiegel ligt heeft de regering in 1991 besloten de mensen uit die gebieden te verhuizen naar hoger gelegen gebieden. In Eritrea is het gebruik van plastic verboden: de regering heeft dit gedaan omdat de stranden vervuild raakten met plastic. Iedereen schrobt elke dag zijn of haar stoepje: dat doen we in Nederland bijna nergens meer. Op straat is er wel veel meer zwerfafval dan in Nederland. Men vindt Nederland wel schoon, maar vindt de lucht soms stinken. Heel anders dan de frisse lucht in hun land van herkomst. Afval wordt elke dag opgehaald in de steden in Syrië, Eritrea en Somalië. Er wonen veel mensen in flats, en daar is geen ruimte voor afvalopslag. Afval scheiden doet men niet in huis, dat gebeurt op de vuilnishoop, waarschijnlijk voordat het verbrand of gestort wordt. Meestal woont men dicht bij het werk en de familie. Een auto is dan ook vaak niet nodig. In Nederland kan je eigenlijk niet zonder, vindt men.
Familie
Onze nieuwe inwoners vinden het best vreemd dat we zo ver van onze ouders en broers en zussen vandaan wonen. Het lijkt wel alsof we in Nederland familie niet zo belangrijk vinden. In hun landen van herkomst vormt de familie een belangrijk verband: er is altijd wel iemand thuis om de kinderen op te vangen of toevallig langskomend bezoek eten en drinken te geven. In Nederland gaat alles op afspraak en zijn de huizen soms de hele dag leeg.Ook vinden mijn gasten het lastig dat ze in de winkel vaak niet kunnen zien wat de herkomst is van het vlees dat te koop wordt aangeboden. In hun land van herkomst wordt het vlees vaak ter plekke van het dier gehaald en is zichtbaar of het om een geit, schaap of kip gaat. Men was ook gewend dat een deel van het eten zelf verbouwd of gehouden wordt.
Vrouwenwerk
Toen Helma vertelde dat zij als meisje al leerde kippen slachten, keek men vreemd op: dat is toch geen vrouwenwerk! In Nederland is de positie van vrouwen heel anders dan in het land van herkomst. Wat ook een groot verschil is, is de manier waarop men kijkt en luistert naar de regering. Als in Eritrea of Somalië de regering iets besluit, dan volgt de samenleving dit. In Nederland vind iedereen overal wat van en wil men niet zomaar doen wat de regering besluit. Er is veel minder afstand tussen de burgers en de regering, en ook ons gesprek bewijst dat je als nieuwkomer zomaar met iemand kunt spreken die voor de regering werkt.
Meer liefde brengen
Mijn slotvraag was: wat zou je doen als je één dag de baas was van Nederland. De antwoorden waren heel verschillend en heel veelzeggend: zorgen dat er minder discriminatie in Nederland komt, zorgen voor meer betaalbare, grotere woningen, zorgen dat een misdadiger goed gestraft wordt, dansles op school, meer respect voor het harde werk van nieuwkomers die willen integreren, minder regels om een eigen bestaan op te richten. Maar de mooiste vond ik: meer liefde brengen voor alle mensen: als we immers van de ander houden, zullen we hem of haar geen kwaad doen.
Het was een vruchtbare avond, omdat het mij weer leerde hoe makkelijk het is om met de ander in gesprek te komen. Door gewone vragen te stellen, oprecht belangstelling te hebben voor waar iemand vandaan komt, wat iemand denkt en vindt. En vooral niet te denken dat wij in Nederland het in alles beter doen en hebben dan de landen waar zij uit ontvlucht zijn. Wij hebben geen plastic verbod, we weten vaak niet meer waar ons eten vandaan komt. En waarderen we onze familie wel genoeg?
Iedereen kent wel het citaat van Shakespeare: ‘to be or not to be, that’s the question’. Maar bij Tauw hebben we geleerd dat een andere vraag belangrijker is: ‘doe ik of ben ik?’.
We leven in een dynamische en drukke tijd. Zeker zo vlak voor de vakantieperiode zie ik dat collega’s enorm druk zijn. Dingen afmaken, nog even bij de klant langs, alle mail beantwoorden, het to-do- lijstje afwerken. We zitten in de actiemodus: snel, resultaten, daden, afvinken, vooruit, dadendrang. Met focus en concentratie. Maar ook met weinig tijd, rust, ruimte en sensitiviteit.
Deze stand van ‘human doing’ is nodig om dingen voor elkaar te krijgen. Acties af te ronden voor de vakantie. Maar er is ook een andere stand: de ‘human being’. Deze gemoedstoestand lijkt wel losgemaakt van werkomstandigheden: we gaan op vakantie om even niets te hoeven. Om rust te vinden. Om te vertragen. Om boeken te lezen en nieuwe landen en landschappen te ontdekken.
In de stand van rust nemen we nieuwe dingen waar. Geven we ruimte aan nieuwe gedachten. De uitdaging voor werkende mensen is om deze stand niet alleen te zoeken en vinden buiten het werk, maar ook in en tijdens het werk. Want de stand van het ‘zijn’ is eigenlijk de beste en meest waardevolle fase. Ik probeer tegenwoordig echt élke dag een ‘human being’ te zijn. Ik wil graag mijn radar openstellen voor ontwikkelingen in de buitenwereld, ik wil sensitief zijn voor wat er dicht bij mij speelt.
Ik wil de rust in mijn hoofd hebben voor opborrelende gedachten. Ik wil de stilte vinden om het geluid van de vogels te horen. Stilstand voor beweging.
Nu ik probeer niet meer te bellen als ik onderweg ben, is reizen een ‘human being’ moment geworden. Soms kijk ik uit naar een lange reis per trein of auto: omdat ik dan kan voelen en waarnemen wat er in me omgaat. Welke signalen ik heb opgepikt. Wat me bezig houdt en waar ik naar verlang. Ik gun eigenlijk iedereen deze ruimte en ervaring. Gewoon tijd om te zijn. Zonder iets te hoeven doen. Loop niet voorbij je eigen leven! Een fijne vakantie allemaal.
Annemieke Nijhof, CEO Tauw
Deze blog is tevens gepubliceerd op de website van cobouw
De eerste fase van mijn werkzaamheden aan de mobiliteitstafel voor het klimaatakkoord komt naderbij. Met grote energie en ambitie werken we aan een visie voor emissieloze, veilige en zorgeloze mobiliteit voor alles en iedereen. Goede bereikbaarheid, geen milieubelasting, geen doden en bovenal toegankelijk voor alle inwoners van ons land. Deze ambitie vertalen we in ‘transitiepaden’ naar 2050, die al in 2030 de helft van de CO2-emissies moet terugdringen. Gelukkig is de sector al lang begonnen.
Veranderen is voor iedereen anders. Met de leidinggevenden van Tauw hebben we een hele dag gesproken over ‘beslissen over veranderen’ aan de hand van de vraag: wat was de moeilijkste beslissing die je ooit in je leven hebt genomen om iets te veranderen? Waarom was dat moeilijk? Wat maakte het moeilijk, en hoe heb je het tóch gedaan? Alleen of in gesprek met anderen? Na lang wikken en wegen of ‘op de onderbuik’. Na zorgvuldige analyse van alle consequenties of op basis van een globaal beeld, bereid de consequenties te aanvaarden?
Niemand is hetzelfde: karakter, opvoeding, omgeving, succeservaringen en mislukkingen vormen ons in het nemen van beslissingen en het kiezen voor veranderingen. Ik ben bereid om te veranderen als ik overtuigd ben van de noodzaak óf de kansen die het biedt. Het waarom moet duidelijk zijn. Veranderen is voor mij geen managementspel. Het waarom moet evident zijn. En dat is klimaatverandering gelukkig inmiddels.
Ik ben bereid op pad te gaan voordat ik alles weet: de spanning tussen zorgvuldigheid in de afweging en besluiteloosheid valt in mijn geval vaak uit in het motto: “move before you’re ready”. Ik heb er geen moeite mee om mijn beslissingen te herzien als blijkt dat ik iets belangrijks over het hoofd heb gezien. Ik heb er vertrouwen in dat je samen met anderen veranderingen vorm kunt geven. Als je die verbinding goed weet te leggen, wordt veranderen iets van het collectief. Aan de mobiliteitstafel voelt het ook als een ambitieuze expeditie op weg naar een toekomst, die mooier en beter is voor ons en de generaties na ons!
Annemieke Nijhof, CEO Tauw
Deze blog is tevens gepubliceerd op de website van cobouw
Op dit moment wordt aan heel veel tafels en bijzettafels koortsachtig overlegd over het Klimaatakkoord dat het kabinet met de samenleving wil sluiten. Een immense uitdaging: een totale transformatie van ons energiesysteem en de doorwerking hiervan in alle facetten van de samenleving. Tot 2050. En dat in drie maanden.
Er is veel scepsis rond dit proces: hoe kunnen we immers zo ver in de toekomst kijken? En hoe krijgen we een akkoord met de samenleving als de gevolgen zo ingrijpend (kunnen) zijn?
Is er een alternatief? Wachten we totdat de energietransitie de vorm van een crisis aanneemt en we, net als in de bankencrisis, aan een kleine groep enorme macht toekennen om te beslissen over tientallen miljarden? Nee natuurlijk niet: we zetten met elkaar de schouders eronder. We gaan zo goed en zo kwaad mogelijk de koers en richting bepalen voor de energievoorziening van de toekomst. We maken veranderplannen en bespreken hoe we de lusten en lasten verdelen.
Daarbij hanteer ik het motto: “move before you’re ready”. We kunnen niet alles met zekerheid weten, niet vluchten in de illusie dat we alles vooraf kunnen doorrekenen. We vormen allianties van partijen die met elkaar een visie en droom voor de toekomst delen en daar voor gaan. En komen we onderweg obstakels tegen, dan lossen we die met elkaar wel op. Omdat we samen op expeditie zijn naar de toekomst. En we elkaar beloven samen het doel te bereiken. Een kwestie van vertrouwen in ons vernuft, ons aanpassingsvermogen en ons leiderschap.
Annemieke Nijhof, CEO Tauw
Deze blog is tevens gepubliceerd op de website van cobouw
Ik was enorm aangeslagen door het ingrijpende verhaal in de Cobouw over de dood van Haiko. Een week voor zijn bruiloft overleed hij op de bouwplaats. Zijn familie bracht een gruwelijke statistiek tot leven, omdat zij hopen dat zijn dood niet zonder betekenis blijft. En ik voelde me aangesproken.
Als CEO van Tauw druk ik onze medewerkers op het hart om nooit onveilig te werken. Om niet moe achter het stuur te kruipen. Om altijd tijd te maken voor een Last Minute Risk Assessment. Maar ik weet dat ook ik een telefoontje kan krijgen waarin mij verteld wordt dat er iets vreselijks is gebeurd met een Tauwer.
Wat moet en kan ik doen om dat te voorkomen? Zelf houd ik altijd de trapleuning vast. En rijd ik nooit harder dan 105 km/uur. Maar als ik eerlijk ben loop ik wél over het zebrapad terwijl ik mijn email check, apps bekijk of me door andere dingen laat afleiden van het verkeer. Ik heb me voorgenomen om veiligheid, van mezelf en alle mensen die ik beïnvloed, nog meer centraal te zetten. Omdat het leven meer waard is dan tijd en geld.
We beginnen al elke management-vergadering met een safety moment: we delen concrete situaties waar we allemaal van kunnen leren. We registreren al onze incidenten: we willen leren van én ingrijpen op onveilige situaties. We voelen ons net zo verantwoordelijk voor ketenpartners als voor onszelf. Werk je voor, met of namens Tauw, dan werk je zo veilig mogelijk.
Iedereen heeft het recht op veilige werkomstandigheden. Iedereen moet aan het einde van een werkdag weer gezond naar huis. Haiko, en de andere 19 doden in de Bouw in 2017, zijn een keiharde boodschap aan ons allemaal: veiligheid is geen vanzelfsprekendheid, maar iets waar we allemaal heel hard voor moeten werken.
Annemieke Nijhof, ceo van Tauw Group
Deze blog is tevens gepubliceerd op de website van cobouw
Ik ben voorzitter van de klimaattafel voor mobiliteit. Aan ons de uitdagende opdracht om, samen met partijen in de sector, tot concrete (mobiliteits)afspraken voor het klimaatakkoord te komen.
Nu speel ik ook piano, en de akkoorden vormen een belangrijke basis voor elk muziekstuk. De samenvallende klanken vormen de ruggengraat van de toonsoort en de gemoedstoestand van de muziek.
Wat afzonderlijke tonen niet kunnen bewerkstelligen, lukt met akkoorden wel. Wat ik ook mooi vind, is de beschrijving van het woord ‘akkoord’ in de Van Dale: ‘overeenkomst, vergelijk. Het op een akkoordje gooien besluiten om van weerskanten iets toe te geven’. Of ‘in orde: met iets akkoord gaan iets goedvinden’.
Ik ga minder rijden
Ik ben blij dat ik mag werken aan een akkoord. Een akkoord bevat een goedkeuring. Een instemming. Iets goedvinden. En als het gaat om het klimaatakkoord, gaat het om het vinden van wegen naar de toekomst die de CO2-emissies van mobiliteit decimeren. En dat gaat inderdaad over het besluiten om van weerskanten iets toe te geven. Want als we niet bereid zijn iets te veranderen, blijft alles bij het oude. Ik hoop met de deelnemers de goede tonen aan te slaan en een positieve gemoedstoestand te creëren.
Ik ga, net als andere collega’s bij Tauw, 100% elektrisch rijden. Mijn vervoerspatroon van afgelopen jaren past echter niet bij de actieradius van de elektrische auto die in ons leasepakket zit. Daar heb ik twee dagen buikpijn van gehad, want mijn dagen zijn al zo lang.
Pas na twee dagen viel het kwartje: ik moet niet alleen elektrisch gaan rijden, ik moet vooral minder gaan rijden. Want waarom vind ik al die CO2-uitstoot gerechtvaardigd? Waarom plan ik mijn agenda zonder rekening te houden met de externe effecten van mijn mobiliteitsgedrag? Ik gooi het op mijn eigen klimaatakkoordje: ik ga in twee jaar tijd mijn autokilometers met 50% reduceren. Akkoord?
De wereld ontwikkelt zich razendsnel en de wereldbevolking blijft groeien. Iedereen heeft recht op een humane basis: drinken, eten, gezondheidszorg, een dak boven het hoofd, veiligheid en onderwijs. Ontwikkelde landen hebben dit veelal goed voor elkaar, maar leven op te grote voet. Te veel verbruik van grondstoffen, van energie en van water. De urgentie is hoog: het roer moet om!
Daarom pleit ik voor meer aandacht voor Duurzame Ontwikkeling. Zoeken naar wegen om te komen tot een betere verdeling van de mogelijkheden die de aarde te bieden heeft.
Als je vandaag doet wat je gisteren deed, zal de wereld niet veranderen. Stel jezelf de vraag: wat ga ik vandaag veranderen? Al is het is niet altijd makkelijk om gewoontes, die ons in ‘onduurzaamheid’ gevangenhouden, te doorbreken. Zo zoek ik bewust naar mogelijkheden om minder te reizen, maar stap ik ook nog vaak in het vliegtuig. En die compensatie met bomen voelt toch een beetje als aflaat. Aan de andere kant is het verbazingwekkend hoe snel het nieuwe went. Zo zijn wij thuis van zeven dagen per week vlees of vis heel gemakkelijk terecht gekomen op twee keer per week vlees of vis eten.
Mijn droom is dat we de komende jaren twee dingen versterken. In de eerste plaats moet Duurzame Ontwikkeling het gesprek van de dag worden. Het vraagt immers om bewustwording, dialoog en het verkennen van de bereidheid tot verandering. En soms vraagt het ook offers.
In de tweede plaats wil ik graag dat alle innovaties zich richten op Duurzame Ontwikkeling. Bij ‘mijn’ Tauw willen we in alle projecten bijdragen aan de verbetering van de leefomstandigheden op aarde. Draagt een innovatie niet bij aan Duurzame Ontwikkeling, gaan we er niet mee aan de slag. Alleen zo maken we grote ambities concreet.
Annemieke Nijhof, ceo van Tauw Group
Deze blog is tevens gepubliceerd op de website van cobouw
Dit keer geen column van mijn hand over de teleurstellende doorstroom van vrouwen naar de top. Hierover wordt genoeg geschreven en het komt aan op daden. Wel een hartstochtelijk pleidooi voor het omarmen van verschillen en het zoeken naar gemeenschappelijkheid.
Hoe komt het toch dat we als mens moeite hebben om open te staan voor iets dat ogenschijnlijk anders is dan wijzelf? Ik denk dat we onze identiteit deels ontlenen aan de bevestiging uit onze kleine binnencirkel. Onze gezinnen en familie, onze klasgenoten en buurt, onze vrienden en collega’s. ‘Ons soort mensen’ verwijst dan niet naar de gehele mensensoort, maar naar mensen die op ons lijken. Maar deze onuitgesproken ‘groepsvorming’ heeft twee onbedoelde tekortkomingen: we vormen een onneembare veste voor andersdenkenden én we bevestigen te veel elkaars beelden van de werkelijkheid.
Afgelopen jaren voerde ik vele gesprekken met mensen buiten mijn vertrouwde cirkel: asielzoekers, MKB ondernemers, thuismoeders, universitair onderzoekers, PVV stemmers, en ga zo maar door. En die gesprekken hebben mij enorm verrijkt en hoopvol gestemd. Verrijkt omdat ik met andere ogen heb leren kijken naar de samenleving en mijn werk.
Mijn Irakese vriend liet mij zien dat de Nederlandse taal vol zit met klimaatuitspraken. Na regen komt zonneschijn zou in Irak nooit hetzelfde betekenen, eerder omgekeerd: na zonneschijn komt regen! En hoopvol, want – voorbij de vooroordelen – bleek uit al die gesprekken dat we opvallend veel te delen hebben met elkaar. Liefde voor het vaderland, liefde voor kinderen, een diep verlangen om iets goeds te doen en bij te dragen aan een goede toekomst voor onze kleinkinderen, het verlangen om gevoelens te mogen uiten en erkend te worden door anderen. Jezelf toestaan gelukkig te zijn, te midden van zo veel verwachtingen van anderen.
Kwaliteit door diversiteit, in onze samenleving, in ons werk en in ons leven.