Weer of geen weer, de stad moet leefbaar blijven
Parijs staat deze weken symbool voor de toekomst van onze wereldvrede. Na de vreselijke aanslagen wordt nu volop onderhandeld over nieuwe klimaatafspraken.
Wat er ook wordt afgesproken, het klimaat verandert. Dit besef leidde tot de instelling van de Deltacommissie in 2007. Met alle aandacht voor de stijging van de zeespiegel en de waterafvoer van de rivieren hebben we het zicht op de stad een beetje verloren. Terwijl daar de kwetsbaarheid het grootst is. Steden moeten klimaatbestendig worden. Klinkt goed, maar wat bedoelen we dan?
Steden vind ik klimaatbestendig als ze zodanig zijn ingericht en georganiseerd, dat ze extreme regenval, lange perioden van droogte, hitte en kou kunnen opvangen zonder dat de leefbaarheid in het geding is. Dat betekent dat bij extreem weer de kritische, vitale infrastructuur van een stad operationeel blijft, wegen begaanbaar, waterleidingen en riolering in tact, telecommunicatie in de lucht, energievoorziening robuust, en bevoorrading van winkels en bedrijven doorgaat. Extreem weer leidt niet tot significante stijging van zieken en doden. Onze kinderen kunnen naar school en onze ouderen naar zorgverleners. Weer of geen weer, de stad blijft leefbaar!
Dat kan alleen als we op alle schaalniveaus slim zijn. In de woningen en de bedrijfspanden, in de tuinen en op daken. In de straten en parken. Het watersysteem en de ondergrond. Een taak voor ons allemaal. In het belang van ons allemaal: burgers, bedrijven, investeerders, verzekeraars en uiteraard de overheden.
Het Handboek Soldaat van de stadsingenieur moet daarvoor op de schop. Alles, echt alles, wat we doen aan de openbare ruimte en infrastructuur moet bijdragen aan de klimaatbestendige kwaliteit en vitaliteit van de stad. Daarom ben ik heel benieuwd naar de nieuwe City Deal rond klimaatadaptatie die Zwolle, Gouda, Dordrecht, Den Haag en Rotterdam binnenkort ondertekenen.
Annemieke Nijhof, CEO Tauw Group